Zin geven aan het leven en vooruitkijken

Materialen
Praten over kanker I Zin geven aan het leven en vooruitkijken I Omgaan met kanker I Symptomen I Praktische informatie

Met kanker omgaan, roept verschillende emoties op. Het kan je doen nadenken over de zin van je leven. Je verandert grote en kleine dingen om meer van je leven te maken.

Vaak probeer je zelfs iets positiefs te halen uit het leven met kanker. Je versterkt relaties met mensen die je graag ziet, je geniet meer van kleine dingen. Je kunt ook je zorg voor de toekomst plannen.

Over zingeving en toekomst stellen veel mensen met kanker en hun mantelzorgers zich deze vragen:

  1. Hoe kunnen we positief blijven?

  2. Hoe kan ik mijn leven betekenis geven?

  3. Moet ik mijn latere zorg nu al plannen?

Hoe kunnen we positief blijven?

Eerst en vooral: je hoeft niet altijd positief te zijn. Je krijgt misschien vaak te horen dat je je sterk moet houden en moet blijven vechten. Maar het is even belangrijk om af en toe te tonen dat je boos bent, verdrietig en bang.

Het is een fabeltje dat je houding een invloed heeft op hoe je ziekte verloopt. Toch helpt een positieve kijk: je wil er elke dag het beste van maken.

Hoe ontwikkel en bewaar je een positieve kijk?

  • Zorg voor positieve mensen rondom je. Je kent zeker mensen die je altijd kunnen doen glimlachen en altijd voor je klaarstaan. Ga zoveel mogelijk om met mensen die je een goed gevoel geven. Mijd mensen die je een slecht gevoel geven.

  • Leer de dingen anders te bekijken. Aan de ziekte kan je niets veranderen, wel aan de manier waarop je ernaar kijkt. Misschien heb je een betere relatie met je familie en vrienden? Of geniet je meer van elk moment? Misschien heb je nieuwe mensen leren kennen? Probeer het positieve te zoeken als je het moeilijk hebt.

  • Doe wat je graag doet. Bedenk wat je blij maakt. Is dat contact met andere mensen? Een hobby? Probeer misschien dingen uit die je altijd wou doen, maar nog niet deed. Het is nooit te laat voor een nieuwe passie.

  • Doe wat jij wilt. Zelf weet je het best wat je nodig hebt. Laat niemand anders je zeggen wat je moet doen!

  • Leg contact met mensen die ook met kanker leven. Andere patiënten en mantelzorgers maken ongeveer hetzelfde mee als jij. Misschien helpt het om je ervaringen te delen met hen. In hoofdstuk 5 lees je meer over praatgroepen voor mensen met kanker én voor mantelzorgers.

-> Terug naar boven

Oefening: de doelzoeker

De doelzoeker helpt je om doelen te formuleren, om te beslissen wat je belangrijk vindt in je leven. Je kunt de doelzoeker apart of samen invullen. Toon hem gerust ook aan je artsen. Zo weten ze wat je wilt.

Je vindt de doelzoeker op http://vlaamspatientenplatform.be/themas/doelzoeker

De diagnose van kanker beïnvloedt vaak hoe je naar de toekomst kijkt. Misschien wil je eerder een rustig leven leiden, of wil je net ten volle genieten van elke dag.
Met kanker kan je een zinvol leven hebben. Je kunt nog altijd doelen voor jezelf stellen, al moet je ze waarschijnlijk wat aanpassen. Denk na over dingen die je wil doen.

Hoe stel je jezelf realistische doelen?

  • Stel een doel dat je echt wil bereiken. Misschien zeggen mensen dat je aan grotere doelen moet denken. Wil je dat zelf niet? Dan geeft dat grotere doel jou waarschijnlijk geen energie.

  • Stel je doelen volgens het SMART-principe. Maak je doelen:

    Specifiek: zeg precies wat je wilt doen of bereiken.
    Meetbaar: zorg dat je je doel kunt meten, dat maakt het duidelijker, zoals elke week 1 kilometer wandelen.
    Acceptabel: je moet je doel kunnen halen.
    Relevant: je doel moet iets zijn wat jij wilt bereiken, wat nodig hebt.
    Tijdgebonden: bepaal de tijd waarbinnen je je doel wilt bereiken, zoals: ‘Ik wil binnen de vier weken naar zee gaan.’

  • Schrijf je doelen neer. Dan heb je meer kans dat je ze ook bereikt.

Welke van die doelen wil je (samen) doen en wat wil je niet meer doen? Dat kan over alles gaan: sporten, wandelen, huishoudelijk werk ...

-> Terug naar boven

Hoe kan ik mijn leven betekenis geven?

Voorafgaande zorgplanning kan starten wanneer je wilt. Plannen maken over de zorg voor later, betekent niet dat je alle hoop opgeeft of snel denkt te sterven. Veel mensen veranderen nog van mening en passen hun wensen af en toe aan. Het is belangrijk dat je er op tijd over praat!

Waarover denk je na bij voorafgaande zorgplanning?

  • Hoe wil je later verzorging thuis krijgen? Met verpleegkundigen, met maaltijden aan huis ...?

  • Hoe wil je vervoerd worden naar het ziekenhuis, naar je afspraken met andere zorgverleners ...?

Hoe pak je voorafgaande zorgplanning aan?

Doorloop onderstaande stappen samen of laat je begeleiden door een professionele zorgverlener.

Stap 1: Denk samen met je mantelzorger na

  • Wat vind je het belangrijkst in je leven en kan je niet missen om gelukkig te zijn? Bijvoorbeeld: huisdieren, hobby’s, elk weekend je familie of vrienden zien ...

  • Als je aan de toekomst denkt: wat maakt je dan het meest ongerust? Wat zou je liever niet zien gebeuren?

  • Heb je in je omgeving al een ernstige ziekte of overlijden meegemaakt? Wat ging er goed en wat minder? Wat wil je wel of niet na die ervaring?

  • Welke verzorging wil je als je zwaarder ziek wordt? Wil je bijvoorbeeld dat artsen je reanimeren? Wil je sondevoeding? ...

  • Zijn er behandelingen die je niet wilt?

  • Onder welke omstandigheden wil je bepaalde behandelingen wel of niet meer?

  • Wie zal je zaken regelen als je dat zelf niet meer kunt?

  • Waar wil je zijn als je zal sterven?

  • Wil je thuis blijven wonen of ergens anders? Bijvoorbeeld: dichter bij familie, in een ander type woning, een serviceflat, een woonzorgcentrum ...? Wanneer zou je van idee veranderen?

Bespreek samen de antwoorden. Zijn jullie het eens of niet? Leg je voorkeuren uit aan elkaar. Zo begrijp je elkaars manier van denken.

Stap 2: Praat met anderen

Je hebt met twee nagedacht over wat je belangrijk vindt voor je latere zorg. Praat nu ook met anderen over je voorkeuren: familieleden, vrienden, je huisarts, je specialist, een andere zorgverlener... Die informatie helpt hen als zij ooit moeten beslissen over jouw behandeling. Je kan zoveel of zo weinig vertellen als je zelf wil.

Tip: Kopieer de documenten over de voorafgaande zorgplanning. Geef ze aan
je huisarts, oncoloog, wettelijke vertegenwoordiger, advocaat en familie of vriend.

Stap 3: Registreer je wensen

Zorg dat het heel duidelijk is wat je wilt en nodig hebt als je zelf niet meer kunt beslissen.

  • Stel een negatieve wilsverklaring op

Hierin zet je welke onderzoeken of behandelingen je niet meer wilt als je dat niet meer kunt zeggen. Zo kun je reanimatie weigeren, kunstmatige beademing, antibiotica ... De verklaring is ‘negatief’ omdat je behandelingen en onderzoeken weigert. De dokter moet jouw wensen in de negatieve wilsverklaring respecteren. De verklaring geldt alleen als je zelf niet meer kan beslissen over je behandelingen. Hoe maak je zo’n wilsverklaring op? Informeer je goed en vraag raad aan een professionele zorgverlener.

  • Duid een wettelijke vertegenwoordiger aan

Dat is een volwassene die ervoor zorgt dat zorgverleners je wilsverklaring uitvoeren als je zelf niet meer kan beslissen. Hij informeert de artsen als je een negatieve wilsverklaring hebt. Dan krijg jij geen enkele behandeling meer die je niet wou. Je kunt je wettelijke vertegenwoordiger schriftelijk aanduiden. Deed je dat niet? Volgens de wet wordt die vertegenwoordiger dan, in volgorde:

  • de partner met wie je samenwoont, al dan niet gehuwd

  • een volwassen kind

  • een ouder

  • een volwassen broer of zus

Wil je meer weten over voorafgaande zorgplanning?

-> Terug naar boven

Met voorafgaande zorgplanning (VZP) regel je hoe je je verzorging in de toekomst ziet.

  • Het maakt het voor jou, je familie en vrienden, en zorgverleners gemakkelijker om later beslissingen te nemen. Ook als je dat zelf niet meer zou kunnen.

  • Samen kun je zorg voorzien die zoveel mogelijk bij jouw wensen past.

  • Je kunt nu beslissen welke behandelingen je nog wil krijgen als je niet meer kan genezen.

Moet ik mijn latere zorg nu al plannen?